Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet buitengewoon pensioen 1940-1945

 

Artikel 31h
1
Indien de pensioengerechtigde over zijn buitengewoon pensioen of garantietoeslag de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Deze toeslag bedraagt het percentage van het buitengewoon pensioen of de garantietoeslag dat overeenkomt met het bijdragepercentage, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, vermenigvuldigd met anderhalf, voorzover het pensioen of de garantietoeslag is te rekenen tot het deel van het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet.
2
Indien de pensioengerechtigde over zijn buitengewoon pensioen of garantietoeslag de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Voor de berekening van deze toeslag is het eerste lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing.
3
Het in aanmerking te nemen bijdrage-inkomen bedraagt op jaarbasis ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 43, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.
4
In afwijking van artikel 12, zevende lid, worden de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, in de maand waarin de betaling plaatsvindt definitief vastgesteld.
5
Op de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is het achtste hoofdstuk van toepassing, met uitzondering van de artikelen 31i en 35a.
Achtste hoofdstuk. Bijzondere bepalingen aan alle buitengewone pensioenen en garantietoeslagen gemeen


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •